Proefschrift: Over Mindfulness en Autisme

Op 10 mei promoveerde Anna Ridderinkhof op ' On Mindfulness and Autism'. Zij onderzoekt daarin of, waarvoor en hoe kinderen met autismespectrumstoornis (ASS) en hun ouders kunnen profiteren van een op mindfulness gebaseerde training. Zo kijkt ze of het beoefenen van mindfulness empathie kan vergroten, en of de effecten afhankelijk zijn van autistische of narcistische trekken.
Proefschrift: Over Mindfulness en Autisme

Samenvatting proefschrift

Kinderen met autismespectrumstoornis (ASS) worden gekenmerkt door problemen in de sociale communicatie en interactie, evenals repetitieve, stereotype en beperkte gedragspatronen of interesses. Comorbide stoornissen komen vaak voor; 70% van de kinderen met ASS voldoet aan de criteria voor tenminste één comorbide stoornis, zoals angststoornissen, depressie, aandachts-tekort/hyperactiviteit stoornis (ADHD) en oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD). De symptomen van kinderen met ASS zijn ook voor hun ouders veeleisend, zoals weerspiegeld in de hoge mate van opvoedingsstress en psychische problemen in ouders van kinderen met ASS. De doelen van de huidige dissertatie waren om te onderzoeken of, waarvoor, en hoe kinderen met ASS en hun ouders zouden kunnen profiteren van een op mindfulness-gebaseerde training.


Om deze doelstellingen te onderzoeken hebben we verschillende methodes gebruikt. In Hoofdstuk 2 gebruikten we een gerandomiseerd experiment om te onderzoeken of het beoefenen van mindfulness empathie kan vergroten. Volwassenen uit de algemene populatie van 18 tot en met 44 jaar oud werden gerandomiseerd over een 5-minuten mindfulness meditatie, een ontspanningsoefening en een dwalende gedachtenoefening. Daarmee onderzochten we of de effecten van een korte mindfulness meditatie op empathie verklaard konden worden door mindfulness-specifieke mechanismen of door stressvermindering in het algemeen. De empathiematen bestonden uit een ‘theory of mind’ taak (lezen van gedachten en gevoelens) en de mate van empathisch reageren en prosociaal gedrag bij het zien van sociale uitsluiting. De resultaten van deze studie lieten geen effect zien van de korte mindfulness meditatie in vergelijking met beide controlecondities op ‘theory of mind’, empathisch reageren, en prosociaal gedrag. Aanvullend onderzochten we of de effecten afhankelijk waren van autistische of narcistische trekken. Uit de resultaten bleek dat de mate van autistische trekken niet samenhing met de effecten van de korte mindfulness oefening. Onverwacht lieten mensen met meer autistische trekken een hogere mate van prosociaal gedrag zien, onafhankelijk van de oefening die zij gedaan hadden. De effecten van de korte mindfulness oefening hingen wel af van de mate van narcistische trekken. Tegenovergesteld aan onze verwachting verbeterde de mindfulness oefening de ‘theory of mind’ in mensen met weinig narcistische trekken, terwijl de mindfulness oefening de ‘theory of mind’ in mensen met veel narcistische trekken verslechterde, in vergelijking met de ontspanningsoefening en de dwalende gedachtenoefening. De bevindingen van Hoofdstuk 2 impliceren dat een korte mindfulness oefening onvoldoende is voor het vergroten van empathie.


In de volgende hoofdstukken werd de MYmind training onderzocht. Dit is een 9-weekse mindfulness training met parallelle groepssessies voor kinderen met ASS en hun ouders. De training cultiveert aandacht voor het huidige moment, niet-oordelend bewustzijn van interne en externe ervaringen (zoals lichaamssensaties, gedachten, gevoelens en geluiden) en met aandacht reageren op stressvolle en moeilijke ervaringen, in plaats van automatisch reageren. Iedere sessie bevatte psycho-educatie over het thema van de sessie, mindfulness meditaties, informele mindfulness oefeningen om toe te passen tijdens het dagelijks leven, inquiry (bevraging) van de oefeningen en het bespreken van de thuisoefeningen.


In Hoofdstuk 3 gebruikten we een onderzoeksdesign met herhaalde metingen om te onderzoeken of en voor welke uitkomsten de MYmind training behulpzaam was voor kinderen met ASS en hun ouders. Er deden 45 kinderen met ASS van 8 tot en met 19 jaar oud mee en hun ouders. Kinderen en ouders rapporteerden over hun sociale responsiviteit, gedrag en emotioneel functioneren, mindfulle aandacht en ouderschap op vier verschillende momenten: Op een voormeting, nameting, 2-maand follow-up en 1-jaar follow-up. Uit de resultaten bleek dat de sociale responsiviteitsproblemen van de kinderen afnamen en hun gedrag en emotioneel functioneren verbeterde, maar dat hun mindfulle aandacht niet toenam. De verbetering in het gedrag en emotioneel functioneren bestond uit verminderde internaliserende en externaliserende problemen, aandachtsproblemen, rumineren en stress en uit verhoogd emotioneel welbevinden. Kinderen rapporteerden 2 maanden nadat de MYmind training afgelopen was de meest substantiële effecten en de verbeteringen hielden 1 jaar later aan voor externaliserende problemen, aandachtsproblemen en emotioneel welbevinden. Ouders rapporteerden daarentegen ook direct na de training en 1 jaar later verbeteringen in de sociale responsiviteit en het gedrag en emotioneel functioneren van hun kinderen. Ouderlijke internaliserende en externaliserende problemen waren direct na de training, 2 maanden later en 1 jaar later verminderd ten opzichte van voor de training en hun aandachtsproblemen en stress waren direct na de training en 2 maanden later verminderd. De ouders rapporteerden ook een afname in ouderlijke overreactiviteit en stress over hun competentie in het ouderschap en een toename in mindful ouderschap en zelfcompassie direct na de training, 2 maanden later en 1 jaar later.


De resultaten werden grotendeels ondersteund door een kwalitatieve analyse van de antwoorden van de kinderen en ouders op open vragen over hun ervaren veranderingen. Drie hoofdthema’s kwamen naar voren uit de kwalitatieve analyse: (1) Mindfulness vaardigheden met de twee meest voorkomende subcategorieën bewustzijn en het toepassen van meditatie; (2) Verbeterd welzijn met de drie meest voorkomende subcategorieën verbeterde ouder-kind interactie, rust en omgaan met moeilijke ervaringen; en (3) Weinig tot geen verandering wat een relatief klein thema bleek in vergelijking tot de andere hoofdthema’s. De resultaten van dit hoofdstuk wijzen er op dat de MYmind training met parallelle sessies voor kinderen en ouders de ASS-symptomen, veelvoorkomende comorbide symptomen, ouderlijke mindfulness, ouderlijke psychische problemen en ouderschap zou kunnen verbeteren.
In Hoofdstuk 4 hebben we onderzocht of kinderen met ASS afwijkende aandachtsystemen vertoonden in vergelijking tot typisch ontwikkelende kinderen en of de MYmind training de aandachtsystemen van kinderen met ASS kon verbeteren.

Bij 49 kinderen met ASS in de leeftijd van 8 tot en met 23 jaar oud is de Attention Network Test (ANT) afgenomen als voormeting, nameting en 2-maand follow-up. De ANT meet de aandachtsystemen alertheid, oriënterende aandacht en executieve aandacht. Bij 51 typisch ontwikkelende kinderen werd de ANT op twee meetmomenten afgenomen. Deze controlegroep was op de groep kinderen met ASS afgestemd wat betreft leeftijd, geslacht en onderwijsniveau en volgde geen MYmind training. Uit de resultaten bleek dat de kinderen met ASS niet verschilden van de controlegroep in de snelheid van de aandachtsystemen, maar dat ze enigszins minder accuraat waren in de oriënterende en executive aandacht. De kinderen met ASS presteerden minder accuraat op beide oriënterende taken en trendeffecten wezen op een verminderde accuraatheid van de executieve aandacht in vergelijking tot de controle groep. Daarnaast bleek uit de resultaten geen significante interactie tussen groep en tijd op de aandachtsystemen. Dit wees er op dat de MYmind training geen effect had op de aandachtsystemen. Een trendeffect impliceerde echter wel dat kinderen met ASS minder accuraat waren in de executieve aandacht in vergelijking tot de controlegroep op de voormeting, terwijl dit verschil niet meer naar voren kwam op de nameting. Ook impliceerde een trendeffect een verbeterde oriënterende aandacht in kinderen met ASS op de 2-maand follow-up, maar niet in de controlegroep op de nameting. Deze verbeteringen wezen op kleine effecten van de MYmind training op de executieve en oriënterende aandacht voor de kinderen met ASS.


In Hoofdstuk 5 werd een kwalitatieve studie beschreven waarin we bestudeerden hoe mindfulness werkt voor gezinnen met ASS, met de onderzoeksvraag welke veranderingsprocessen betrokken zijn in de MYmind training volgens de ervaringen van de kinderen en ouders. Er namen 14 kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 17 jaar en 31 ouders deel aan een interview over hun ervaringen met de training, ervaren veranderingen en hoe mindfulness voor hen werkt. De interviews werden 2 tot 5 maanden nadat de MYmind training afgelopen was gehouden. We gebruikten gefundeerde theorie (grounded theory) met een constructivistische benadering om een theorie te ontwikkelen over de belangrijkste veranderingsprocessen en hun onderlinge relaties. Acht hoofd-veranderingsprocessen resulteerden uit de analyse, namelijk: Verbinden met groepsgenoten, pauzeren, bewust zijn, in het hier en nu zijn, laten zijn, een strategie bepalen, rustig zijn en reageren en afstemmen op anderen. De ouders beschreven deze veranderingsprocessen met meer diepte dan de kinderen, maar elk proces werd ook door kinderen genoemd. Verscheidene kinderen noemden dat zij niet veel verschil merkten. We construeerden een model dat weerspiegelde hoe de acht veranderingsprocessen verbonden waren en in elkaar voortvloeiden. Deelnemers beschreven bijvoorbeeld dat zij in een moeilijke situatie pauzeerden door een korte meditatie te doen, dan zich bewust werden van de situatie en hun reactie daarop, dat zij vervolgens de situatie lieten zoals deze was, of een strategie bepaalden hoe ze wilden reageren, en tot slot rustig reageerden. De bevindingen van deze kwalitatieve studie verdiepen ons begrip over hoe meervoudige veranderingsprocessen betrokken zijn in de MYmind training voor kinderen met ASS en hun ouders.


In Hoofdstuk 6 voerden we een serie van single-case-studies (N=1) uit om de effecten te onderzoeken van de MYmind training voor adolescenten met ASS en comorbide internaliserende stoornissen, met gebruik van een persoonsgerichte benadering en een multiple baseline design. Vijf adolescenten met ASS en een comorbide internaliserende stoornis in de leeftijd van 14 tot en met 19 jaar namen deel. Ze volgden een individuele MYmind training, zonder parallelle sessies in mindful ouderschap. De adolescenten en één van hun ouders vulden een dagelijkse vragenlijst in tijdens een baseline-fase, de interventie, de 2 maanden nadat de interventie afgelopen was en gedurende 2 weken 1 jaar nadat de interventie afgelopen was. De dagelijkse vragenlijst bevatte items met de persoonlijke doelen over de klachten en internaliserende symptomen van de adolescenten. Ook bevatte de lijst items over de volgende potentiële veranderingsmechanismen: Besteedde tijd aan mindfulness oefeningen, aandacht voor het huidige moment, vriendelijkheid voor zelf en anderen, piekeren, rumineren, stress en slaap. We gebruikten visuele inspectie en simulatie modellering analyse (simulation modeling analysis) om de data over de persoonlijke doelen van de adolescenten te analyseren. Aanvullend onderzochten we hoe veranderingen in deze persoonlijke doelen over de tijd gerelateerd waren aan de potentiële veranderingsmechanismen.
De resultaten varieerden tussen en binnen de vijf deelnemers. Eén adolescent rapporteerde verbetering in zijn persoonlijke doelen, namelijk toegenomen positief denken en verminderd negatief denken, maar dit werd niet bevestigd door de rapportage van zijn ouder. Drie adolescenten verbeterden op een deel van hun persoonlijke doelen, zoals gerapporteerd door henzelf of hun ouder. Eén adolescent rapporteerde een verslechtering, namelijk toegenomen gevoel van bezorgdheid en afgenomen zelfverzekerd gevoel tijdens de interventie en de 2 maanden erna. Echter verslechterden zijn doelen niet volgens zijn ouder en waren de doelen verbeterd tijdens de 1-jaar follow-up. De resultaten over de veranderingsprocessen gaven aan dat een vermindering in piekeren voorafging aan gedragsverbeteringen in de persoonlijke doelen van twee adolescenten. Vermindering in stress en toegenomen besteedde tijd aan mindfulness oefeningen gingen vooraf aan verbeteringen in de persoonlijke doelen van slechts één van hen. Deze resultaten duiden aan dat de meeste adolescenten met ASS en comorbide internaliserende stoornis ten dele profiteren van de individuele MYmind training.
 
Over het geheel genomen duiden de bevindingen in dit proefschrift aan dat het cultiveren van mindfulness behulpzaam kan zijn voor gezinnen in het omgaan met ASS en de daaraan geassocieerde moeilijkheden. Sociale responsiviteitsproblemen en comorbide internaliserende en externaliserende symptomen van de kinderen waren afgenomen na de MYmind training en ouderlijke psychische gezondheid en ouderschap was verbeterd. Kinderen en ouders ervoeren meervoudige processen die leiden tot verandering. Het moet echter worden opgemerkt dat het empirisch bewijs voor de training in de beginnende fase is en dat de positieve effecten slechts in beperkte mate werden ondersteund met een objectieve meting van aandacht. Bovendien leken niet alle kinderen te profiteren van de MYmind training. Gebaseerd op de bevindingen in het huidige proefschrift kunnen toekomstige studies de specificiteit van de effecten van een mindfulness training voor kinderen met ASS en hun ouders onderzoeken, de potentiele factoren die de effecten van de training mogelijk beïnvloeden systematisch onderzoeken en een volgende stap zetten in het onderzoek naar hoe kinderen met ASS en hun ouders profiteren van een mindfulness training.

 

Bron: UVA