(BLOG) Rebel

(door “Suzanne”) We zitten bij de psycholoog van mijn autistische broer van 24. De psychologe vraagt of David flexibel is in zijn denken en handelen? Of hij makkelijk van zijn verhaal of standpunt af te brengen is? David knikt. “Euh ja, ik geloof van wel, ja. Ja, ben ik zeker wel. Als iemand er goede theoretische onderbouwing bij heeft of goede argumenten, wil ik best wel van standpunt wijzigen.” “En hoe gaat het als je bijvoorbeeld met iemand praat, die zegt: ‘maar ik voel dat anders’?“ “Ja”, zegt David, “daar kan ik niks mee. Dan niet, met iemand die dat zo voelt. Dat is niet exact of meetbaar.”
(BLOG) Rebel

 

Zo komen er nog wat voorbeelden. We vertellen wat anekdotes om in de meewerk-modus te blijven en alert te blijven op de vraagstellingen en vervolgens komen er nog wat vragen.

Of David ook veel gesprekjes heeft zo op de universiteit? Jawel hoor, meerdere keren per week, geeft hij zelf aan. Ik trek mijn wenkbrauw op. En heb twinkelende ogen bij dit misverstand. De psycholoog ziet mijn mimiek en besluit door te vragen.

“Oh ja?” zegt de psycholoog, “Nou, dan zou ik zeggen: die is sociaal.” Ik zie David kijken van mij naar de psycholoog en hij begint een beetje te lachen. ‘’Euh, nou nee, zo sociaal ben ik nu ook weer niet. Maar wel een beetje.”

“Maar hoe zit het dan, hoe gaan die gesprekken dan? Welke onderwerpen staan centraal in de gesprekken?” Ze vraagt nog een en ander ter verheldering van de context en begrijpt het nu beter.

We komen tot wat meer context, waaruit blijkt dat het met dat sociale nog wel meevalt. Of tegen. Net hoe je het bekijkt. David nuanceert nu:  “Ik praat weleens met iemand op de universiteit, hoor. Maar ik ben verder vooral lekker bezig met mijn werk, projecten.” We praten ook over welke inhoud zo’n gesprek dan heeft? En of hij samen werkt of naast iemand werkt?

We hebben het over verbaal en non-verbaal gedrag. David heeft niet helemaal door hoe het zit met deze dingen en af en toe verduidelijkt de psycholoog iets. Bijvoorbeeld dat familie weleens ‘’aanstalten maakt tot iets’’ n.a.v. mijn korte beschrijving hoe dat dan gaat. Ze legt ook uit wat dat betekent, ‘’aanstalten maken tot iets’’, want David begrijpt niet helemaal wat ze bedoelt.

Of David weleens te lang over zijn interesses praat? “Euh nee.” De psycholoog vraagt door. Ze komen er niet helemaal uit, samen. Ik verduidelijk richting David en geef een praktijkvoorbeeld aan de psycholoog en David. David begint te lachen en knikt. Dat klopt ja en hij vertelt vervolgens op zijn manier hoe hij dit ziet en ervaart in die situatie. Kan er dan een eigen situatie bij bedenken.

David vindt wel dat veel mensen praten in een soort van wat hij noemt: ‘’geheimtaal’’. Die hij dan niet kent. Dat vindt hij opvallend. En erg lastig, bovendien. Want…hoe moet hij nu begrijpen wat deze mensen bedoelen als ze er een andere taal op na houden?

De psycholoog kijkt me veelbetekenend aan, iets wat aan David’s aandacht ontsnapt. Hij zit intussen in zijn verhaal.

De psycholoog legt hem er het een en ander over uit. Ten slotte geeft ze aan dat ik en zij elkaar begrijpen. Er is geen geheimtaal , maar non-verbale communicatie. Of een stukje gesproken taal, dat hij net niet helemaal oppakt wegens de stembuigingen, de klanken, e.d. Maar die de meeste mensen in zijn omgeving  gewoon begrijpen. Dat hem dat misschien net anders maakt in communicatie? We bespreken het op een voor hem begrijpbare manier, vanuit analytisch denken en op de wetenschappelijke manier. Aha! Er verschijnen lichtjes in zijn ogen en hij lacht. ‘’Zo had ik het nog niet eerder bekeken. Maar toch ben ik socialer dan mijn moeder.’’

Daar waar David dacht dat er geheimtaal was, voegt hij nog toe: ‘’Ja, zij - hij kijkt intussen steels naar mij - doet dat wel anders. Zij is eigenlijk de rebel van de familie bij ons.’’ Hij knipoogt naar me. Hij moet er erg om lachen. Ik ook. Hij heeft een punt. Ik vermoed dat hij niet de enige is die denkt dat ik een rebel ben; ik heb al diverse bijnamen gekregen.

Als we na het gesprek buiten staan, begint David over het verhaal van een popster die van alles gedaan heeft aan haar lichaam om er prachtig uit te zien. Ik probeer af en toe het onderwerp wat bij te draaien en dat lukt deels, maar David wil toch erg graag zijn verhaal verder vertellen. Hij merkt niet dat ik eigenlijk wel over iets anders wil kletsen. Inwendig moet ik glimlachen. De punten die hij tijdens de test bij de psycholoog ontkende, passeerden even mijn brein om daar aan elkaar te linken.

Wanneer ik letterlijk benoem wat ik wil, kan David nog niet direct stoppen. Hij wil zijn verhaal graag afmaken. Ik laat hem even begaan, luister en wanneer er ruimte is ontstaan, vertel ik nog even wat. Ik merk dat zijn hoofd eigenlijk wat te vol zit om ‘’echt’’ te kunnen luisteren; dit kost hem veel energie. Ik houd het dus kort, maak tussendoor een grapje om zijn aandacht vast te houden.

David had mijn aanstalten niet gemerkt. Ook niet mijn letterlijke verwoording. Maar als ik op onze gewone communicatiemanier heel duidelijk ben over wat ik nu ga doen, maakt hij zijn zin af en stapt hij op de fiets. Dit was duidelijk. Ik kan verdergaan met de rest van mijn dagelijkse activiteiten. En hij ook.

Glimlachend fiets ik naar de stad. Nagenietend van de gesprekken en de manier waarop hij de dingen bekijkt. Die broer, waarvan menigeen tegenwoordig aangeeft: ‘’Hij heeft iets’’. Die broer die soms het belang en de waarde van iets simpels - zoals het bijwonen van de zwemles van zijn nichtje - niet begrijpt. Die ook rustig een ‘’nee’’ geeft op de uitnodiging en zijn studie voorrang geeft. Zelfs al is het weekend. Die broer die zijn master tegemoetgaat. En die weleens vergeet dat er meer is dan leren en trainen alleen. En die heel af en toe, als hij toevallig in de situatie zit, beseft dat onverwachte leuke of gekke dingen doen heel waardevol kan zijn. En vervolgens vergeet hoe dat ‘’onverwachte dingen doen’’ ook alweer ging. Tja, dan heb je soms wel een ‘’rebel’’ nodig, voor de kersen op de taart.

En de rebel? Die heeft soms een systematisch schema en een stopwatch nodig om ‘’verder’’ te komen met bijvoorbeeld hardlopen. Kijk, en daar is die broer dan weer unaniem handig in. Ik denk dat ik daar nog maar eens op de koffie moet… want dat laatste schiet in ‘’tijd’’ niet zo op!

 

Suzanne (een pseudonym) is opgegroeid als kind van een vader met schizofrenie en een moeder met niet-gediagnosticeerd autisme. Haar stiefvader is op zichzelf gericht. Haar broer heeft vastgesteld autisme. Welkom in Suzannes leven! Vaak leuk, en soms een tikkeltje uitdagend. Ze heeft haar eigen leven en gezin, en is af en toe mantelzorger voor het gezin van herkomst. Ze vindt het leuk om een en ander te delen, om zo de bekendheid rondom autisme mede vorm te geven. Ze vindt zichzelf ervaringsdeskundig, als zus- en kind-van, en is ook beroepsmatig af en toe betrokken bij autisme.